Onze geschiedenis verteld door oud-directeur Albert Schepers.
Een markante directeur uit de Hitma-geschiedenis is de heer Albert Schepers. Hij kwam bij Hitma in dienst op 1 november 1957, werd 1 juli 1974 benoemd tot directeur en stond tot 1994 aan het roer van ons bedrijf. En hoewel hij bijna 90 jaar oud is en al meer dan 25 jaar van zijn pensioen geniet, volgt hij ons bedrijf nog op de voet.
Als oud-bestuurslid van de Federatie Het Instrument (FHI) bezoekt hij ook trouw de beurs “Het Instrument”, tegenwoordig opgegaan in World of Technology and Science (WOTS).
Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Hitma (alweer 20 jaar geleden), schreef de heer Schepers een tekst over onze geschiedenis. Ik had dit verhaal wel eens gelezen, maar kon het nergens meer vinden. Gelukkig had de heer Schepers thuis nog een papieren versie liggen. Het is zo’n mooi verhaal over de gang van zaken binnen Hitma in de eerste 25 jaar van ons bestaan, dat ik het graag via dit blog met jullie deel. Veel leesplezier.
Astrid van Ballegoy
Historische wetenswaardigheden over Hitma
De eerste 75 jaar van de geschiedenis van Hitma zou je in 3 delen van ongeveer 25 jaar kunnen verdelen. Ik zal proberen een aantal wetenswaardigheden over het “zaken doen” in die eerste 25 jaar aan jullie door te geven (voor zover ik die in mijn geheugen heb opgetekend uit de verhalen van de eerste directeur de heer Klaas Hylkema).
Welnu, Hitma werd in 1926 door de Ste. De Fonderies de Pont-à-Mousson uit Nancy opgericht om haar gietijzeren buizen en hulpstukken in Nederland te verkopen en de aandelen te beheren van diverse Pont-a-Mousson bedrijven in het buitenland (vooral Zuid-Amerika).
Buis van drie eeuwen oud
In de periode voor 1926 werd de verkoop in Nederland via een onafhankelijke agent gedaan. Toen Hitma begon als leverancier was er al een grote markt bij veel water- en gasdistributiebedrijven. Gietijzeren buizen werden tenslotte al sinds de 17e eeuw gemaakt! Er stond bij het HITMA-pand vroeger een gietijzeren buis die van de 17e tot in de 20e eeuw dienst heeft gedaan bij het voeden van de fonteinen van het paleis van Versailles met water uit de Seine. De buis was na 3 eeuwen in de grond nog in perfecte staat.
Klanten per trein bezoeken
Kort nadat Hitma werd opgestart door een Franse directeur, M. Francois de Villepin, werd de heer Hylkema als directeur aangetrokken. Verder was er een chef de bureau: mevrouw Hondius en twee secretaresses. De klanten werden per trein bezocht. Pas in de 50-er jaren kreeg de heer Hylkema een auto en een rijbewijs. Een zakenbezoek aan de Staatsmijnen bijvoorbeeld, nu DSM, ging als volgt: In de loop van de ochtend werd de trein genomen, zodat de heer Hylkema eind van de middag in Heerlen was. Dan was er vaak een diner met de klant. De volgende dag was er een bespreking bij de klant. Daarna nog een lunch en dan weer met de trein terug. Wel een verschil met tegenwoordig.
Spoedtelegram
De communicatie ging uiteraard heel anders. Bij spoedzaken werd aan de PTT een telegram opgegeven. Dit duurde eindeloos. Moest teruggelezen worden etc. etc. En dan nog vaak in het Frans. Als de heer Hylkema met de fabriek wilde bellen, moest dit via de telefoniste van de PTT aangevraagd worden. Die moest allerlei stekkerverbindingen maken en dan ging je maar voor je toestel zitten wachten totdat je teruggebeld werd. Als het erg lang duurde, werd de heer Hylkema boos. Ik herinner me dat hij een keer tegen de telefoniste van de PTT heftig tekeer ging en vroeg of zij er nu voor hem was of hij voor haar?
Steno
Ook de post, of ‘courrier’ zoals we dat toen noemden, was niet erg efficiënt. Alle brieven die ’s morgens binnenkwamen, moesten dezelfde dag beantwoord worden. Dus de eerste secretaresse kwam ’s morgens ‘opnemen’ in steno. Aangezien daartussendoor regelmatig de telefoon ging, moest alles regelmatig teruggelezen worden. Na een paar uur, waarvan misschien een half uur effectief, ging de eerste secretaresse typen en kwam de tweede opnemen. Er waren nog geen dicteerapparaten. Die kregen we pas in de 60-er jaren.
Uitbreiding met agentschappen
Zo rond de tweede wereldoorlog ontstond het idee om Hitma met andere agentschappen uit te breiden. Aangezien Luik op de weg van Amsterdam naar Nancy lag, werd de vertegenwoordiging van Esperance Longdoz (fabrikant van dunne stalen platen en damwanden van Longwy) verkregen. Dit ging op commissiebasis en de klanten bestonden voornamelijk uit groothandels in ijzer en staal.
Buizen voor supertankers
Na de oorlog kreeg Pont-à-Mousson de licentie van een Amerikaanse methode om de grijs gietijzeren buizen, die erg bros en daardoor erg zwaar waren, door middel van toevoeging van Magnesium veel sterker en lichter te maken. Dit gaf de gietijzeren buizen een betere concurrentiepositie ten opzichte van stalen buizen die wel lichter, maar minder corrosiebestendig waren. Ook leverde Hitma veel gietijzeren buizen voor de supertankers die bij Verolme werden gebouwd.
Werken op zaterdag
Tot 1960 werkten we bij Hitma 44 uur per week. Op zaterdag tot 12.30 uur. Helaas moest de heer Hylkema op zaterdag vaak tussen 11 en 12 nog even de deur uit en zaten wij (Synco Reynders, Maud Lim, Anna Beintema en ik) braaf te wachten tot hij terugkwam om de post te tekenen. Een keer was ik het wachten op zaterdagmiddag beu en ben ik naar huis gegaan. Waarop ik door een woedende Hylkema werd gebeld. Of ik direct naar kantoor wilde terugkomen, want hij had misschien vragen over de uitgaande post. Gelukkig is het werken op zaterdag niet lang daarna opgeheven.
Gebruik bedrijfsauto
Ook het gebruik van de bedrijfsauto was heel bijzonder. Deze mocht alleen gebruikt worden voor het bezoeken van klanten. Elke avond en in het weekend moest de auto bij het Hitma-pand in de Jan Luykenstraat in Amsterdam staan. Privégebruik was er niet bij en je moest ’s morgens eerst naar kantoor om de auto op te halen.
Lekker eten
Lekker eten is altijd heel belangrijk geweest binnen Hitma. Dit hebben we overgenomen van de Fransen. De jaarlijkse vergadering van aandeelhouders, waarvoor meestal vier tot vijf topmensen van Pont-à-Mousson overkwamen, werd altijd begin mei gepland, maar afhankelijk van de eerste aanvoer van Hollandse nieuwe haring naar voren of naar achteren verschoven. De commissarissen gingen ook altijd met een grote gerookte paling en een pot gember naar huis.
Lunches, diners en recepties werden standaard in het restaurant van Hotel de l’Europe gehouden en daar was kwalitatief niets op aan te merken. En natuurlijk werd er regelmatig op taart getrakteerd. Bijvoorbeeld als er een grote order binnen was. En er was zeker één keer per maand gebak als de boekhouder na uren zoeken eindelijk de ontbrekende drie centen had gevonden om de balans sluitend te krijgen. De hele boekhouding ging tenslotte handmatig.
De volgende keer zal ik u vertellen hoe Hitma zich via heel logische stappen ontwikkelde van buizenleverancier naar de technische handelsmaatschappij van nu.
Albert Schepers